Geschiedenis

Geschiedenis van het Prins Hendrik Fonds

Prins Hendrik (1876 – 1934), prins der Nederlanden, was de echtgenoot van koningin Wilhelmina. Hij was actief op veel maatschappelijke terreinen. Zo was hij voorzitter van het Nederlandse Rode Kruis en Koninklijke Commissaris van de Nederlandse Padvinders. Ook had hij een grote belangstelling voor het reddingswezen. Na het vergaan van de veerboot “Berlin” (1907) werd hij benoemd als voorzitter van een staatscommissie gericht op het verbeteren van de hulpverlening bij scheepsrampen.

Het eindrapport van de commissie vormde in 1909 de aanleiding voor allerlei maatregelen. Met name werd op initiatief van Prins Hendrik in 1909 het Oranje Kruis opgericht om kennis en kunde op het terrein van de EHBO te verspreiden.

Gekoppeld aan de oprichting van het Oranje Kruis werd op 29 april 1910 ook het Prins Hendrik Fonds ingesteld. Het fonds was gericht op “het verlenen van materiële hulp bij zware rampen en voor het geven van beloningen bij zelfopofferend gedrag bij rampen of plotselinge ongelukken.” De beloningen konden bestaan uit een Prins Hendrikmedaille of -plaquette (goud, zilver of brons) of een geldelijke beloning. Vele beloningen zijn in de loop der jaren toegekend. Genoemd kunnen worden die bij de scheepsramp met de “Solo” (1911), de Zuiderzee watersnoodramp in 1916, de veenbrand in Drenthe (1928) en de Watersnoodramp in 1953. De inkomsten van het fonds kwamen uit vrijwillige jaarlijkse bijdragen, schenkingen, erfenissen en legaten.

In 2017 werd het Prins Hendrik Fonds verzelfstandigd. Het maakt sindsdien geen deel meer uit van het Oranje Kruis. Het fonds wordt nu ingezet voor het faciliteren en subsidiëren van organisaties op het gebied van vrijwillige eerstehulpverlening.